De nieuwe kleren van de Koningin
Naar mijn idee ben ik altijd al geïnteresseerd geweest in kleding. Ik ga in herinnering terug naar de jaren ‘50. Er was in ons gezin weinig geld voor uiterlijk vertoon. Kleding kopen in een winkel was er niet bij.
Ik kan me slechts één uitzondering bedenken...
Toen ik een jaar of 8 was, ging mijn moeder naar de ‘stad’ om wat kleine inkopen te doen. Zij bracht een nieuwe, roze jurk voor me mee. Ik was verrukt. Al was de jurk pimpelpaars geweest, het maakte niet uit. Ik voelde me de koning te rijk!
De meeste kledingstukken werden versteld door een naaister. Héél soms breide mijn moeder een vest of trui voor mij. Terwijl ik dit schrijf, denk ik: wat een armoedige toestand was het in die tijd. Toch zag ik het niet zo, omdat iedereen die ik kende in dezelfde situatie verkeerde.
Er was in die tijd één uitzondering: mijn beste vriendinnetje, Yvonne. Haar vader had een banketbakkerij en de zaak liep goed. Yvonne droeg de modernste kleding, nieuw gekocht in een winkel! Toch was ik niet jaloers. Ik voelde bewondering. En soms mocht ik een rokje van haar lenen.
Mijn eerste communie was één groot feest, maar besefte ik waar het om draaide? Nee dus! Mijn witte jurk en het kroontje op mijn hoofd waren het belangrijkste.
Kleding heeft nu nog dezelfde betekenis voor mij als toen. Ik kleed me elke dag zo mooi mogelijk, omdat het me blij maakt. Het is echt een cadeautje aan mezelf! Op mijn 65ste verjaardag werd ik verrast met een Engelse high tea voor de ‘Koningin’ van ons gezin. Ik was nog net zo blij met mijn kroontje als vroeger!